Wimme
 
Afgeladen vol was het gisteren op de Aubisque. Dan ging het dinsdag iets beter. Met de auto omhoog gereden om te kijken of de plaquette voor Wim van Est nog op zijn plek hangt. En jawel, muurvast. Op de plek waar ‘Wimme’ het ravijn in dook, is nog steeds het gedenkteken in de rotsmuur verankerd, dat doet denken aan een memorabel sportmoment. ,,Hier viel tijdens de Tour de France op 17 juli 1951 Wim van Est 70 meter diep.’’
Zeventig meter maar? Het hadden er veel meer kunnen zijn. Dat zie je als je even stilstaat bij het ravijn dat in Nederland zo beroemd is geworden. Angstwekkend diep. Op de lagere school, veertig jaar geleden,  werd er al over verteld. Het was het verhaal van de wielrenner die werd gered door een boompje waar hij achter bleef hangen, en het maakte grote indruk. ‘Mama, weet je wat de meester vandaag zei?’
Op de top van de Aubisque staat een restaurant zonder naam. Uitbater Nicolas Nespoulous is een vriend van de velo, en dat is te merken. In zijn zaak hangen foto’s en staan boeken over de koers. Een boekje over Wim van Est is gesigneerd door de hoofdpersoon zelf. Een foto ook. Geen ingewikkelde handtekening, gewoon ‘Wim van Est’, in een duidelijk handschrift.
Nespoulous wist meteen wat ik kwam doen. ,,Journaliste de Hollande? Ah, Wim van Est?’’ Ja, het verhaal over de plaquette van Wim van Est wilde ik nog wel eens horen. In juli 2001 tegen de rotswand geschroefd, vorig jaar op de grond aangetroffen door Jac. van Oers uit Rucphen, die er op zijn toerfietske langskwam. Van Oers tilde het zware geval op zijn fietszadel, liep ermee naar de top en gaf het in bewaring bij het restaurant. Rini Wagtmans reed later drieduizend kilometer om het gedenkteken weer vast te schroeven. Moet een inspirerende man geweest zijn, Van Est. Alleen niet zo’n beste daler, naar het schijnt.
De plaquette was destijds van de rots getuimeld door een onbeschrijflijk noodweer, beschreef Nespoulous. Het had gedonderd en gebliksemd als nooit tevoren. Een steen van 120 kilo was zomaar weggewaaid. En Van Est, zijn plaquette, werd getroffen door een bliksemschicht die het loswrikte uit de muur.
Dus de berg had het twee keer op Van Est gemunt? Nee, zei de restauranthouder stellig, zo moest ik dat niet zien. De berg doet niks. Pech bestaat. Gerustgesteld reed ik weer naar beneden. Even inhalen, die slak met stinkende uitlaat. Wijkt die #$@! ineens uit naar links. Duwt me zo richting rand. Het was alleen niet op het goede moment. Ik was de plek van Wim alweer voorbij.

Reacties: info@elshout.nu