19. Jo de Roo

En ineens was Jan weer in het nieuws. U weet wel, Jan Ullrich, die hele goeie wielrenner. Hij is gisteren per fax ontslagen en vindt dat niet zo netjes. Liever had hij een persoonlijk onderhoud gehad. Begrijpelijk, zeer begrijpelijk, maar wat was er ook alweer met Jan?

De Tour doet iets vreemds met de tijd. Het begin van de Tour 2006, hoe lang is dat nou helemaal geleden? Drie weken, en we weten al bijna niet meer wat er precies speelde. Ullrich is vergeten. Hetzelfde geldt voor Ivan Basso. En voor meer dingen.

Het zal hem wel zitten in het hele intense. De Tour is leven per minuut, elk moment kan zich iets belangrijks voordoen, heel vaak gebeurt dat ook, maar een tel later is er weer iets anders aan de hand.

De prachtige solo van Floyd Landis, eergisteren, ligt nu nog vers in het geheugen en zal nog lang blijven hangen. Andere voorvallen gaan voorgoed naar de vergetelheid, als je niet oppast. Thor Hushovd rijdt in een eindsprint tegen een kartonnen groene hand aan en zakt bloedend in elkaar, Joost Posthuma is ingetogen blij met zijn tiende plek in de eerste tijdrit, Erik Dekker valt, Oscarito wint en was de Tour ook niet in Valkenburg van het jaar?

Deze laatste dagen van de Ronde begint het terugblikken al op gang te komen. Ieder heeft zijn eigen herinneringen. Mijn mooiste beeld van deze Ronde: Jo de Roo.

Jo de Roo uit Kapelle-Biezelinge was vroeger wielrenner. Winnaar van de Ronde van Lombardije en 1962 en 1963, winnaar van Parijs-Tours 1962 en 1963, Bordeaux-Parijs 1962, Super Prestige Pernod 1962, Ronde van Vlaanderen 1965, Omloop Het Volk 1966, Nederlands kampioen 1964 en 1965, een Touretappe in 1964, 1965 en 1966. Dat was de Jo de Roo van toen. De Jo de Roo van nu stond afgelopen woensdag te kijken naar de start van de Tourrit in Bourg d’Oisans. Een tanige man, rustig achter een hek, tussen andere fans, kwam even kijken naar zijn verleden.

De Roo was deze Tour ook te zien op televisie. Hij vertelde aan Jean Nelissen dat hij na een scheiding in een diep dal terecht was gekomen. En er weer uit. Uiteraard kregen we ook even te zien hoe De Roo roerloos ver voor zich uit stond te staren. Je maakt een mooi filmpje of je doet het niet.

Maar toen, woensdagmorgen, na het vertrek van de renners uit Bourg d’Oisans. Daar stond hij opnieuw, Jo de Roo, in zijn eentje. Opnieuw keek hij ver voor zich uit, aan de rand van de bijna lege Place de la République. Breekbaar maar ongebroken, sprekend een zwijger. Eén van de grootste Nederlandse wielrenners aller tijden, twee stokbroden in zijn hand.