16. Alles goed

Bram zit in de schaduw. Hij heeft zijn koerskleren verruild voor zijn gesponsorde burgertenue. Hee, daar is Bram ook. Bram geeft Bram een handje. ‘Verdomme man’, zegt Bram Tankink. Bram de Groot haalt zijn schouders op.

Bram en Bram komen elkaar tegen bij de start van een touretappe, in Bourg d’ Oisans. Bram de Groot gaat zometeen met het vliegtuig naar huis. Hij is gevallen, zijn knie is kapot. Bram Tankink is nog niet precies op de hoogte. ,,Ben je ziek?’’, vraagt hij. Bram de Groot legt uit wat er is gebeurd, kort. Tankink luistert, niet lang. Hij komt snel met een dooddoener op de proppen. “Dat is de tour”. En weg is Tankink weer.

De ploegbus van de Rabobank staat naast de bus van Quick Step. Het is hier druk. Nederlandse toeristen drommen samen. Ze wachten op de renners die komen gaan. Daar is Michael Boogerd, een van de eersten. Hij oogt gespannen. Er staat een zware rit op het programma. ,,Wat denk je ervan vandaag Michael?’’, vraagt iemand. ,,Ik denk nooit’’, antwoordt Michael, en weg is hij, de bus in.

Denis Mentsjov stapt uit een auto, vast van plan om ook zo snel mogelijk de bus te bereiken. Dat lukt. Met een mobiele telefoon aan zijn oor en een lip die even trilt, overbrugt hij in no time de tien meter, tussen veel mensen door. De sfeer is niet feestelijk bij Rabobank. De kopmannen moeten iets gaan doen, zometeen. De gele trui is nog steeds binnen bereik, maar de weg is lang. Vandaag 182 kilometer.

Dan maakt Joost Posthuma een lossere indruk. Op zijn gemak lurkt hij aan een flesje vloeibaar krachtvoer. Hij kletst op straat met bekenden. Uit niks blijkt dat hij over een uurtje op de hoogste berg van de Tour gaat fietsen. ,,Ik ben helemaal fris’’, zegt hij gekscherend. Zo ziet hij er ook uit. Als zijn flesje leeg is, gooit hij het niet weg. Hij bukt zich om het netjes voor zijn voeten op de grond te zetten. Later fietst hij weg. Het flesje blijft overeind staan.

Steven de Jongh is niet helemaal top, deze morgen. Net als Bram de Groot is hij gevallen, de dag hiervoor. Keihard op zijn hoofd. De afdruk van zijn helm staat in zijn voorhoofd. De Jongh is zijn galgenhumor niet kwijt. ,,Gelukkig hebben we vandaag een vlak ritje om te herstellen’’, zegt hij. In deze wereld van toffe jongens is weinig ruimte voor sentiment. De naam van Tom Boonen valt hier niet. Tom is afgestapt dus Tom bestaat niet meer in de Tour. Veel serieuze vragen voor Steven de Jongh dienen zich aan, in dit verband. De Jongh is meegegaan om de sprints aan te trekken voor de wereldkampioen. Wat moet hij nu nog in de Tour zonder Tom? Heeft het wel zin om vandaag aan al die bergen te beginnen? Is de tour nog wel verantwoord voor hem, nog leuk? De vragen worden niet gesteld door de supporters bij de bussen. De fans zijn hier voor hun plezier, en dragen dat graag over aan de renners. Als ze iets vragen aan de Jongh is het: ‘Alles goed?’ En als de Jongh antwoordt is het: Alles goed!’’