19. Op kantoor

Journalisten vergelijken dezer dagen een werkdag van Lance Armstrong nogal eens met just another day in the office. Een Touretappe als een werkdag op kantoor. Een beetje oneerbiedig is die vergelijking wel, want kantoorbazen zouden willen dat hun personeel zo hard werkte als wielrenners in de Tour. Tegelijkertijd is het verleidelijk de vergelijking door te trekken. Kijken we dus eens even naar het groepje coureurs dat gisteren achter de kopgroep van vier aanreed. Ze kwamen niet bij de koplopers in de buurt omdat ze elkaar niet hielpen. Er zaten een paar types tussen die samenwerking uit eigenbelang frustreerden. U herkent ze wel, van bij u op het werk.

Salvatore Commesso speelde gisteren de rol van de overijverige. Wil een wit voetje halen bij de baas, en springt dus zeven keer weg uit de achtervolgende groep. Wat een slijmerd. En dom bovendien, want al zijn inspanningen leveren niks op.

Carlos da Cruz , zat al voor de vierde keer in een vlucht deze Tour, steekt steeds zijn neus voortdurend aan het venster, maar wint niks . Typisch zo iemand die je steevast aantreft op recepties en andere personeelsbijeenkomsten. Zijn meest opvallende prestatie; altijd erbij zijn. Heeft zodoende stiekem meer invloed dan je zou verwachten.

Pieter Weening , het talentvolle jonkie dat al eens een mooie prestatie heeft geleverd en nu in was voor een herhaling. Was niet te beroerd om een grote mond tegen collega's te hebben. Dat kan twee kanten opgaan. Óf de collega's houden hem met succes stelselmatig klein, óf hij onttrekt zich daaraan en wordt écht een grote.

Bert Grabsch , deed helemaal niks, behalve de boel frustreren. Zat steeds met een stalen smoel in het wiel van iedereen die probeerde de koplopers te achterhalen. Zijn (geldig) excuus daarvoor: één van de koplopers is een ploegmaat. Hogere politiek. Komt ook voor op kantoor,

maar meestal minder onverbloemd. Kantoormensen zijn geniepiger dan wielrenners.

José Azevedo deed ook niks, maar straalde wel superioriteit uit. Komt doordat hij direct onder de absolute baas werkt. Pas op voor zulke types. Ze weten precies uit welke hoek de wind waait en passen hun koers daar op aan. De anderen in het groepje wilden wel, maar konden niet. Dan deed de kopgroep het beter. Als een volmaakt zelfsturend team reed het kwartet naar de meet, om daar zonder omhaal en kinnesinne te kijken wie er deze keer de beste was. De winnaar van de dag kreeg meteen een hand van een van zijn medevluchters. Goede collega's onder elkaar.