5. Vai Luciano

,, Vai Luciano , vai !'' Een mens roept zo af en toe wat bij de televisie, als de Tour de France op staat. ‘ Vai Luciano !' is een aanmoediging met een geschiedenis, die ermee begint dat we – ons gezin – in 1974 en 1975 in Brazilië woonden. Typisch een land dat je nooit meer los laat, Brazilië, en dus ben ik nu nogal verguld met Luciano Pagliarini in de Tour. Luciano is Braziliaan, wielrenner, en deze Ronde niet eens helemaal kansloos. Hij kan sprinten en werd in de eerste de beste massaspurt dit jaar al vijfde. Zijn ploeggenoot Magnus Backstedt , winnaar van Parijs-Roubaix vorig jaar, trok zelfs de sprint voor hem aan, al ging dat niet zo goed. Op zijn website doet Luciano daar een beetje zijn beklag over.

Pagliarini is de derde Braziliaan in de Ronde , na Ronan Ferraro en Mauro Ribeiro . Aan die Mauro Ribeiro kleeft een mooi persoonlijk verhaaltje. Zijn Tourjaar was 1991. Ribeiro reed voor de RMO-ploeg . Hij woonde op een voetbalinternaat in Grenoble , met lekker veel hoge bergen in de buurt om tegenaan te trainen. Door zijn teamgenoten werd Mauro nogal gemeden. Ze vonden dat hij stonk en veel te gierig was. Verder was Ribeiro een goede knecht en niet wat je noemt een winnaar. Met een gerust hart nam ik hem dus in op mijn Tourpoule van 1991, in de categorie ‘ minkukels .' Dat zijn renners die minpunten opleveren als ze bij de eerste tien in een etappe eindigen.

En toen werd ineens de negende etappe verreden in ‘91 en ontstond er een kopgroep van acht gerenommeerde renners, plus twee. Van Hooijdonk , Jalabert , Lelli , Konyshev , Calcaterra , Bontempi , Bruyneel en Bourguignon waren de uitblinkers, Abadie de ene mindere coureur, Mauro de andere. Gelukkig stond wel vast dat het Braziliaantje negende of tiende zou worden in dit geweld, dus al te veel minpunten in de Tourtoto zou hij me niet gaan opleveren. Dacht ik. Helaas, het onbestaanbare gebeurde. Op de Franse nationale feestdag won niet Laurent Jalabert de sprint van de tien, maar het volstrekt onbekende Braziliaantje. Dat gaf enorm veel strafpunten en hoon, heel veel hoon natuurlijk.

Een bevriend collega plakte alle krantenknipsels die hij kon vinden over Ribeiros overwinning zomaar tegen de muur van mijn woonkamer, opdat ik mijn ‘blunder' niet zou vergeten. Die knipsels hebben er nog lang gehangen. Die collega spreek ik niet zo vaak meer. Hij is op mijn vriendelijk advies inmiddels geëmigreerd, naar Brazilië. En in mijn Tourploeg van dit jaar zit opnieuw de enige Braziliaanse renner die meedoet. Bij de puntenpakkers deze keer. ‘ Vai Luciano !'