Gelijk

,, Je moet niet veel remmen als je hard wilt dalen.’’ Johan van der Velde zei het zelf op televisie bij Mart Smeets. Wij van het wielrennen hebben dus voortaan geen Cruijff meer nodig om door te dringen tot de kern van de dingen. Wij van het wielrennen hebben nu onze eigen Johan. En gistermiddag hebben we ons opgewekt opgewonden om een grote kwestie in de Touretappe; Lance Armstrong die Filippo Simeoni achterna zit.

Wederom verschafte het peloton een aardig inkijkje in de menselijke natuur. Wat was er nu weer aan de hand? De Italiaan Simeoni was er vandoor gegaan, achter de kopgroep aan. Armstrong vond dat niet goed. De man in de gele trui ging daarom op zijn beurt persoonlijk achter het Italiaantje aan. De twee hebben ruzie, al een hele tijd. Waarover, dat laat ik maar in het midden nu. Feit is dat Armstrong de Italiaan dwars wilde zitten. Dat lukte.

Met zijn tweeën belandden de Italiaan en de Amerikaan bij de zes koplopers, maar Simeoni liet zich ten langen leste terugzakken omdat hij wel door kreeg dat hij met een nijdige Armstrong in de buurt geen enkele kans van slagen had. Het overwicht van Lance deed zijn werk. De sterkste had gewonnen.

Het lijkt me erg leuk om in die kopgroep gezeten te hebben, maar niet heus. Je sportieve prestatie wordt toch even gereduceerd tot niet zo relevant op het moment dat Armstrong flierefluitend komt aansluiten om een rekeningetje met een vijand te vereffenen. Waar jij je uit de naad fietst in de kopgroep, laat die gele even overduidelijk voelen dat het hém geen enkele moeite kost om hier mee te rijden. Fijn.

Maar wat hebben we nu weer geleerd gistermiddag, voor de buis? Dat het met ambitieuze Texanen kwaad kersen eten is. Armstrong moest en zou ten overstaan van de hele wereld zijn macht tonen. Niks bescheiden of terughoudend of iemand anders ook wat gunnen. Deze keer even niet. He’s got the power. Maar écht onthutsend waren pas de beelden van Armstrongs collega’s, toen hij weer terug in het peloton was beland. Wat een stelletje slijmjurken fietste daar in zijn directe omgeving. En maar mee lachen met de grote baas, leuk samen grapjes maken. Ze lagen aan de voeten van de grote man.

Arme Simeoni. Negentig procent van het peloton kiest in het conflict dat hij heeft met Armstrong de zijde van de Amerikaan. Wat zou de meerderheid ook kiezen tégen de gele trui? De winnaar krijgt altijd gelijk, inderdaad, dat is juist. Maar nooit zo veel gelijk als Johan van der Velde.