‘Thuis ontstaat vertrouwen’

Stel: je belt als gemeenteambtenaar een bewoner die een aanvraag heeft ingediend in het kader van de WMO. Dan moeten er vragen gesteld worden. Stel dat die burger uit Zeeuws-Vlaanderen komt en dat het algemene beeld van de stugge Zeeuw die niet meteen zijn hele hebben en houwen op tafel gooit, ook wel enigszins klopt. Zo’n telefoongesprek gaat dan niet vlotten.
‘Als je dan bij voorbeeld vraagt of iemand de was nog zelf kan doen, krijg je als antwoord: ,,Natuurlijk kan ik dat!’’ Ze zullen wel denken, wat een gek mens, zoiets vraag je toch niet? Als je diezelfde persoon thuis opzoekt zie je zelf of hij slecht ter been is en kweek je gemakkelijker een vertrouwensband.’
Nicole Baart - Van Putte, themamanager zorg, werk en inkomen illustreert waarom haar gemeente Sluis, Zeeuws-Vlaanderen, ervoor heeft gekozen indicatiegesprekken voor de WMO bij de aanvragers thuis te voeren. Hetzelfde geldt bij een beroep op de Wet Werk en Bijstand. Klantmanagers komen aan huis en nemen de situatie in ogenschouw. Staatssecretaris Jet Bussemaker noemt de Sluise aanpak een voorbeeld voor andere gemeenten.
‘Het is niet verplicht die gesprekken thuis te houden, mensen mogen naar het gemeentehuis is Oostburg komen, maar een huisbezoek heeft ook voor de cliënt voordelen. Het is ontlastend en je kunt soms meer hulp geven dan iemand vraagt, omdat je bij een huisbezoek een betere indruk krijgt. Als aanvragers van de Wet Werk en Bijstand geen bezoek thuis willen, zou er iets achter kunnen zitten, maar we kunnen niet dwingen.’
Paul van Kessel, een van de klantmanagers in Sluis die de huisbezoeken aflegt, merkt soms weerstand bij zijn gesprekspartners. ‘Je bent toch een vertegenwoordiger van de plaatselijke overheid. Als we de voordelen van een bezoek uitleggen, komt het vaak wel goed. We vullen tijdens het gesprek de benodigde formulieren in, dat dient het gemak van de klant. Vaak merken we dat mensen een hulpmiddel aanvragen voor een bepaalde beperking, terwijl iets anders net zo goed werkt. Een eenvoudig voorbeeld: iemand wil een beugel in het toilet, maar het verhogen van het toilet is een betere oplossing. Soms kunnen we meer bieden dan de aanvraag. Iemand verzoekt om huishoudelijke hulp, blijkt al pratende dat hij ook voor een vervoersvoorziening in aanmerking komt’, schetst Van Kessel.

Kilometers

In 2003 begon de gemeente Sluis met de gesprekken aan huis, voortvloeiend uit de brede visie van de gemeente op welzijn, die valt samen te vatten in de zin ‘De WMO is meer dan zorg.’ Alle onderdelen van de afdeling maatschappelijke en sociale zaken dragen bij aan het welzijn van mensen; cultuur, sport, volksgezondheid, jeugdvoorzieningen, voorzieningen voor ouderen, onderwijs, recreatie en toerisme en zo verder.
De werkwijze van de gemeente is vervat in de term KIP. Klantgericht, Integer, Pro Actief. ‘We willen dat iedereen het goed heeft. Dus als een huisbezoek ertoe leidt dat we meer hulp bieden, en uiteindelijk de gemeente meer geld kost, is dat niet erg. Welzijn weegt zwaarder dan geld’, stelt Nicole Baart – Van Putte. ‘We doen het met ons hart.´
Desondanks zijn de kosten van de WMO in het algemeen en de huisbezoeken in het bijzonder, onderwerp van een recente discussie in de Sluise politiek. Met name de kilometers die klantmanagers afleggen in het qua oppervlakte grote gemeente – 30.000 hectare – liggen onder een vergrootglas.
Baart – Van Putte plaatst een kanttekening bij het kostenbewustzijn van de politici. ‘Als iemand eenzaam en ongelukkig thuis zit, neemt de kans toe dat hij of zij ziek wordt of naar een verzorgingshuis moet. Dan zijn de kosten nog hoger. Voorkomen is beter dan genezen.’
Situaties als in dit voorbeeld, komen tijdens de huisbezoeken snel aan het licht, weet klantmanager Van Kessel. ‘Ik ben vijftien jaar psychiatrisch verpleegkundige geweest en heb daarna als begeleider van een beschermde woonvorm gewerkt. Mijn collega’s hebben allemaal een soortgelijk verleden in de hulpverlening. We kijken op huisbezoek altijd breed naar alle punten waarop zelfhulp van de klant tekort schiet.’
Veel hangt af van de houding van de klantmanager, heeft Van Kessel ervaren. ‘Hoe stel je op, hoe zijn je communicatieve vaardigheden, hoe is je persoonlijkheid? Je mag van ons – met onze achtergrond als hulpverlener – verwachten dat we met onze klanten kunnen omgaan, al zijn we nu dan dienstverlener. We beslissen niet op grond van gevoelens over aanvragen. Vanmorgen was er toevallig nog een meneer die op basis van de richtlijnen niet in aanmerking komt voor collectief taxivervoer. Aanvraag afgewezen dus.’

Voordeel

In het oog lopend voordeel van bezoekjes aan huis is de band die ontstaat tussen klant en de vertegenwoordiger van de gemeente. ‘Doordat we mensen goed kennen kunnen we ook inschatten of er een vervolgvraag zit aan te komen, en of die reëel is. Bij een vervolg hoeven we daarom ook niet steeds opnieuw op bezoek. Persoonlijk vul ik de formulieren voor een vervolgvraag zelf in, en stuur ze dan op voor een handtekening van de aanvrager.’
De huisbezoeken vinden navolging in Sluis. De Stichting Jeugd en Gezin in oprichting gaat ermee aan de slag, er loopt een proef met bezoeken aan verzorgingshuizen, de stichting Welzijn werkt inmiddels op dezelfde manier.
Zegt Nicole Baart- Van Putte: ‘Bij mensen thuis kunnen we zonder woorden oppikken hoe een situatie is. Dat levert uiteindelijk alleen maar voordelen op.’



De gemeente Sluis heeft 24.500 inwoners en bestaat uit vijftien kernen. In totaal vier klantmanagers houden zich bezig met de WMO-aanvragen in de gemeente. De vijf klantmanagers voor de Wet Werk en Bijstand gaan ook op huisbezoek. Ze staan in nauw contact met hun WMO-collega’s. Iedere klantmanager opereert in een aantal vaste kernen.
In Sluis doen 1014 klanten een beroep op de WMO voor huishoudelijke verzorging; 401 voor een rolstoel, 1236 voor een vervoersvoorziening: 684 voor een woonvoorziening: 684 en 454 voor een parkeerkaart. Het aantal aanvragen in 2009: rolstoel 33, vervoersvoorziening 66, woonvoorziening 46, parkeerkaart 38.
In een tevredenheidsonderzoek onder WMO-aanvragers in de provincie Zeeland, scoort de gemeente Sluis op verschillende punten iets beter dan het Zeeuwse gemiddelde. Van de respondenten is vindt 69 procent dat de gemeente Sluis zorgvuldig met persoonsgegevens is omgegaan (Zeeland: 61 procent). Negentig procent (Zeeland 85) gaf aan dat het duidelijk is waar je moet zijn voor een aanvraag. 78 Procent vindt voldoende te zijn ingelicht over de afhandeling van de aanvraag (Zeeland 75 procent). Van de respondenten had 51 procent binnen vier weken na de aanvraag ondersteuning gekregen, in Zeeland 54 procent.

Uit Zorg en Welzijn

Zie ook www.wmozeeland.nl
             www.gemeentesluis.nl