Fantastisch

Zomaar zonder vragen af te wachten begon Gert Steegmans te praten, op het strand van Curaçao in november vorig jaar. De avond ervoor was het laat geworden, zei hij. Maar ook weer niet al te laat. Zijn in het oog lopende Zweedse vriendin had dat liever anders gezien. Ze wilde nog wat blijven op het feest, maar Gert niet.
Steegmans maakte deel uit van een groep renners en journalisten, die op het eiland het voorbije seizoen kwamen uitluiden. Zomaar zonder vragen te stellen hing ik aan zijn lippen. Dat was niet moeilijk. Steegmans (26) vertelde als een schooljongen zo enthousiast over zijn leven, zijn liefde, zijn vak. Binnen vijf minuten was het net alsof we elkaar al jaren kenden. De ene aanstekelijke anekdote na de andere kwam op tafel.
,,Parijs-Roubaix rijden, dat is het mooiste wat er is. Kicken, maar het Bos van Wallers is volledig absurd. Je bent blij dat je met de voeten vast zit aan de pedalen, anders vlieg je van de fiets af. De eerste keer dat ik aan Parijs-Roubaix meedeed, kon ik niet over de meet op het wielerbaantje fietsen omdat ik te laat binnen was. Dat vond ik verschrikkelijk.’’
Of die Touretappe dan, vorig jaar, naar Pla de Beret. ,,Ik kon na die rit de deur van mijn hotelkamer niet vinden, maar ik stond er vóór.’’ Steegmans trok een schele blik om zijn toestand van dat moment te onderstrepen. Uitgewoond, afgeleefd.
Jarenlang fietste Steegmans in de jeugdcategorieën samen met Tom Boonen. Vaak heeft hij hem verslagen, ook in belangrijke wedstrijden, maar nu was Boonen inmiddels de grote kampioen en Steegmans niet. ,,,Ik ben misschien te nederig.’’
En dus werd Gert dit jaar de grote hulp van Tom Boonen in de sprints. Terwijl hij zelf minstens net zo hard kan fietsen. Tientallen keren is het hem gevraagd, waarom hij dat nou doet; zelf kunnen winnen en dan toch een ander met de eer laten strijken. Tientallen keren lachte Steegmans dan zijn ontwapenende lach en deed hij er het zwijgen toe. Of vertelde hij weer zo’n verhaal waarin hij anderen groter maakte dan zichzelf, zoals pas nog in het Belgische blad Humo. ,,Ik kijk naar heel veel renners op. Savoldelli, Freire, Dekker, Zabel. In de Giro heeft Pantani me eens aangesproken. Ik vond het fantastisch.’’
Dat had ik nou ook, met dat gesprek op het strand. En met die sprint van gisteren.

Reacties: info@elshout.nu