4. ‘Ze komen eraan!’

‘Ze komen eraan! Ze komen eraan!’ Hij houdt het bijna niet meer, want ze komen eraan! De Tour de France rijdt langs het Grendelplein in Valkenburg, de hele middag al, maar nu komen de renners zelf in zicht. Dat is maar beter ook, want het gezicht van de roeper staat op barsten van de hitte en opwinding. ‘Daar!’

In de ochtend was het nog tamelijk rustig geweest op en rond het Tourparcours. Er hadden fietstoeristen op het officiële Ronde-podium gestaan, met hun armen omhoog, en niemand had gezegd dat dat niet mocht. Eentje had nog iets grappigs geroepen. ‘ Bedaank vor die bloemen.’
Er was nog ruimte en tijd geweest om rustig de teksten te lezen die al op de weg waren geschreven. Tom, Joep en Stijn hadden hun namen boven een hart gekalkt. Onder het hart stond: 'Basso en Jan.' Over de zondaars niets dan goeds. Vergevingsgezind, wielerpubliek.

Later, rond het middaguur, was de berg volgelopen. Er was hier en daar al wat bier gedronken. Een cameraman had lopend over het officiële Tour-parcours opnamen gemaakt. Hij was met een stevige straal water nat gespoten vanuit een café en de mensen achter de dranghekken hadden met zijn allen een liedje voor hem gezongen. ‘Een bossie, een bossie, een bossie rode rozen.’
De stem van speaker Cees Maas had de hele middag geklonken. Hij had verteld over de wedstrijd, en er waren ook bezoekers geweest die daar niet naar hadden geluisterd. Soms had Cees ook branchevreemde informatie doorgespeeld. ‘Wel een lekker kontje’, had hij dan bij voorbeeld zomaar ineens tussendoor gezegd.

Rond half vier waren de eerste wagens uit de reclamekaravaan langs gekomen. Er was ook een auto gestopt met meisjes erin die vanuit de achterbak Tour-spullen hadden willen verkopen, maar dat was niet goed gelukt. Ze waren wel uitbundig toegezongen, de meisjes. ‘Boeren, boeren, boeren’, maar dan met een h.
Een groepje wielerfans uit Made had vastgesteld dat het eigenlijk niet zo druk was aan de voet van de Cauberg. Ze hadden het voller verwacht. Dan had Mart Smeets het anders ingeschat. Hij had gemeld dat het carnaval en Elfstedentocht tegelijk was, voor zover dat goed verstaanbaar was geweest in al die cafés met de televisie aan. Smeets had goed uitzicht gehad op het Grendelplein, aan de voet van de laatste klim van de dag. Hij had op een hoog balkon gestaan en terwijl de camera liep, had hij af en toe een aanmoedigend gebaar gemaakt. Daar hadden de mensen dan op gereageerd met nóg meer zingen.

Er hadden fans van Jens Voigt rondgelopen met rode konen, omdat hun held in de kopgroep had gezeten. Er was een jongen de wc binnen komen stormen onder het uitroepen van de woorden: ‘Heb je het al gehoord van Erik Dekker?’
En er waren een paar mensen geweest die ontzet hadden gekeken naar de val van favoriet Alejandro Valverde. Ze hadden voor de tv met hem meegeleefd. Vorig jaar uitgevallen met een knie, nu met een schouder, wat een pech.
Maar al het voorafgande had hem niks uitgemaakt. Nú ging het gebeuren! ‘Ze komen eraan!’

Dominique Elshout