1. Epo-gevalletje
Dat is het mooie van geschiedenis, dat je zo rustig wordt als je er een beetje van weet. Nou ook weer, met het dopingschandaal in de Tour. Kalm aan mensen, niks aan de hand. Doping is van alle tijden en gaat heus nooit weg.
In 1988 won dopingverdachte Pedro Delgado de Tour met hulp van spierversterkende middelen, in 1975 en 1977 won Bernard Thévenet, die later zelf toegaf dat hij aan de corticoïden zat, in de jaren zeventig was er een alarmerende affaire rond het middel stimul waarbij de namen van zowat alle toppers op dat moment vielen, Merckx incluis. In de jaren vijftig en zestig waren ze met amfetaminen in de weer dat het een aard had. En zo voort en zo verder. Elke tijd zijn eigen dopingmode.
Met de opkomst van de epo werd het wel een beetje vervelend, begin jaren negentig. Toen gingen ezels ineens fietsen met de vaart van een paard, omdat epo zo verdraaid goed bleek te helpen. In Italië waren ze al wat verder met dat spul dan in andere landen, dus toen sloop de ongelijkheid het peloton binnen. De renners met de beste arts gingen met de mooiste prijzen lopen, dat hoeft nou ook weer niet.
Het fijne van de bloeddoping waar nu zo’n heisa om is, is dat het eigenlijk een tamelijk antiek procédé betreft. Iedereen weet hoe het moet, iedereen kan er aan meedoen. En het is niet eens zo ongezond, mits zorgvuldig onder goede begeleiding uitgevoerd. Dus waarom verbieden eigenlijk? Waarom niet moderne technieken gebruiken om alle renners in alle openheid optimaal voorbereid aan de start te krijgen van hun koersen? Dan kunnen deskundige, bonafide artsen er meteen voor zorgen dat er nooit meer spul wordt gebruikt waar renners van dood gaan. Maar het mag niet vanwege de moraal, doping is niet eerlijk. Jammer dat hypocriete moraalridders zoveel te zeggen hebben. De Belgische ploegleider Patrick Lefevere is er zo één. Alle renners die aan de doping zitten mogen van hem met lood aan hun voeten de rivier in. Ha! Meneer Lefevere, die snel deed of zijn neus bloedde toen zijn renner Johan Museeuw een innige band met een epo-veearts bleek te hebben. De man die de oervervelende dopingzondaar Richard Virenque onder zijn hoede nam. Die Lefevere staat te schreeuwen alsof hij niet weet hoe het zit in het peloton. Dat hij zichzelf en zijn vak moet verdedigen snap ik ook wel, maar overdrijven hoeft niet. Iedereen weet hoe het zit in het peloton, sla er de geschiedenis maar op na.
Daarom is het ook zo sneu voor de renners die nu worden opgeofferd. Zij beoefenen hun stiel in de beste traditie van de topsport, maar mogen niet meer meedoen aan de Tour omwille van de schone schijn. Ik hoop dan ook enorm dat David Millar vandaag de proloog wint. Millar rijdt vandaag zijn eerste koers na twee jaar schorsing. Epo-gevalletje.
Dominique Elshout