2. Vaders

Het was een mooi momentje; Lance Armstrong en Jan Ullrich die zaterdagmiddag voor de start van de tijdrit elkaar in het voorbijgaan even op de schouder klopten. Later zou Lance Jan ook fietsend nog eens voorbij gaan, maar toen keken de twee elkaar niet eens aan. Jammer dat ze nooit lang met elkaar praten. Ze zouden een mooi onderwerp hebben: vaders.

Sinds zaterdag weten we hoe de vader van Lance Armstrong – Eddie Gunderson - eruit ziet. Het Algemeen Dagblad zocht en vond de man, in het dorpje Cedar Creek Lake , niet ver van Dallas . Gunderson zat er tamelijk zelfverzekerd bij op de foto in het AD. Niet dat hij daar gezien zijn verhaal veel reden voor heeft. De man is na twee jaar huwelijk gescheiden van Linda , de moeder van Lance , die van hem geen naam mag hebben. Hij noemt haar consequent ‘ that bitch .' Eddies tweede vrouw wordt in het stuk evenmin bij naam genoemd. Wel mag bekend worden dat ze op zekere dag zichzelf door het hoofd schoot na het leegdrinken van een sixpack bier.

Uit het derde huwelijk van Eddie werden Lance 's halfbroer Dylan en halfzus Sonny geboren. Dat huwelijk hield geen stand. Met Sonny is Gunderson inmiddels ook gebrouilleerd, want ze werd op haar vijftiende zwanger, moest van haar vader abortus plegen, maar weigerde. Pa is ondertussen toe aan huwelijk vier, en met zijn zoon Lance heeft hij geen contact. Nooit gehad. Lance was drie jaar toen pa de kuierlatten nam. Pa keek niet meer om en Lance koos de achternaam van zijn stiefvader.

Toch mag Lance zijn echte vader dankbaar zijn, volgens de theorie van psychotherapeut Andy Horning uit Boulder Colorado . In het boek 23 dagen in juli zegt Horning dat woede een belangrijke drijfveer is van Lance . Woede om een moeilijke jeugd die hij zonder zijn onbetrouwbare pa zou zijn misgelopen. ,, Als Lance in therapie zou gaan, zou hij die woede kwijt kunnen raken, en nooit meer een Tour winnen.''

En Jan dan? Jan heeft ook grote moeilijkheden met zijn vader gekend. Werner Ullrich was aan de drank. Hij sloeg zijn vrouw en zijn zoons Stefan en Jan. Jan was zes toen Werner zijn gezin verliet. Jaren later, bij de start van een wedstrijd in Berlijn, hoorde Jan iemand zijn naam roepen. Het was geen fan, het was zijn pa, die zijn adres op een briefje schreef en aan zijn zoon gaf. Jan stopte het in zijn koerstrui en ging de wedstrijd in. Toen begon het te regenen. Na afloop van de koers pakte Jan het briefje er nog eens bij. Het was helemaal wit geworden. Het adres was weggespoeld. Einde verhaal.