Vallen en vloeken

Valpartijen zijn alweer voorbij voordat je weet dat ze zijn begonnen, dat is het mooie ervan. Voor de rest is er niet veel aan, vallen. Dat vindt Maarten Ducrot ook. De oud-renner en nieuwbakken televisiecommentator - wereldkampioen op de honderd kilometer tijdrit 1982 - gaf eergisteren een stevige vloek ten beste toen hij Bernhard Eisel onderuit zag gaan. Fuck, sprak Maarten, luid en duidelijk, zomaar op tv, om zich meteen daarna twee keer te verontschuldigen. Dat laatste had nou niet gehoeven. Vloeken hoort bij vallen en vallen hoort bij koers.

Het is bijna een wonder dat er renners bestaan die Touretappes afleggen zonder dat ze tegen het wegdek kletsen. Ga maar na. In Luik zijn ze dit jaar aan de Ronde van Frankrijk begonnen met 188 wielrenners tegelijk. Die moeten allemaal de hele tijd op één weg rijden, naast en achter elkaar. Wiel aan wiel, stuur aan stuur, met hier en daar wat centimeters tussenruimte. Beroepswielrenner is geen vak voor claustrofoben en zo’n vlakke etappe is de hele dag een zenuwentoestand van heb ik jou daar. Niet iedereen is daar op gebouwd. Edwig van Hooydonck, tweevoudig winnaar van de Ronde van Vlaanderen, kon er niet zo heel goed tegen. Hij verzon in zijn jeugdjaren een pracht van een uitweg uit het gewriemel; demarreren en alleen op kop rijden. Hij deed dat zo hard dat het gevloek in de achterhoede niet van de lucht was.

Tom Boonen vloekte gisteren meteen na de finish ook eens hartgrondig. Zijn ketting was er wéér af gelopen in de eindspint, beweerde bij, ‘gvd’. Twee dagen op rij hetzelfde euvel, daar kan een mens wel eens een vloekje bij slaken ja. Het is alleen de vraag of de bewering van Boonen klopte, want hij deed zijn gepeperde uitspraak fietsend, met ketting en al. Boonens vloek leek meer op een smoesje.

Echte vloeken horen bij echte pech. Bij vallen dus. Pijnlijke toestand, dat vallen. Het is niet alleen de aanraking met het wegdek, nee. De publieke vernedering is vaak nog veel onthutsender. Als een renner dan ook nog eens zo gaat liggen kermen als vorig jaar Joseba Beloki, dan is het deerniswekkende plaatje compleet. Benieuwd wie er dit jaar weer allemaal een bocht gaan missen in een afdaling. Jammer alleen dat dat nog zo lang duurt. Volgende week vrijdag staan pas de eerste serieuze bergen op het menu en wordt het pas echt spannend in de Tour. Tot die tijd moeten we het doen met massasprints en een enkele verrassing, maar dat is geen reden voor een vloek. Da’s meer iets voor een zucht.