Sorry Peter

Alpe d’ Huez, mijn God. Hoeveel herinneringen kan een mens hebben aan twaalf kilometer schuin asfalt? Honderden. Eén springt eruit, de eerste keer. Het is 1981, en we gaan met een groepje naar de Tour, gewoon in de auto, zonder fiets toen nog. Het is onze eerste reis naar de hoge bergen. Alpe d’ Huez, nu zo vertrouwd, heeft nog een magische klank.

De eerste kilometers van de klim is de opwinding in de auto groot. Steil! Het is bijna niet te geloven dat mensen hier met een fiets tegenop rijden. Toch gaat dat gebeuren, over twee dagen, als de Tour langs komt. In de tussentijd kamperen we boven aan de berg in de berm, lachen we met Belgen die voor Fons de Wolf zijn en eten we slierten kaasfondue.

Op de dag van de Tour is het heet. We worden extra opgewarmd door de reclamekaravaan. Wat een herrie, wat een rommel in de verkoop , wat een opwinding. Op de radio horen we van een kopgroep op de Glandon. Joop en Peter Winnen zitten er bij. We staan hier nu al twee dagen te wachten op Hollands glorie en Joop en Peter Winnen zitten er bij! Wat !? Joop erbij !? Peter Winnen!?

De eerste helikopters komen boven de berg te hangen. Hun indringend geklapwiek verhoogt de spanning. De kopgroep nadert! Iedereen staat nu aan de rand van de weg naar beneden te turen. Theo Koomen meldt een demarrage van Peter Winnen! ,,Petertje Petertje, ga je echt winnen !?’’ Onze radio’s geven ook het onderlinge contact door dat de NOS-mannen hebben buiten de uitzending om. In het echt is Theootje net zo opgetogen als in de ether.

Op de weg in de diepte is Winnen nu te zien. Hij kruipt langzaam omhoog en wordt daarbij begeleid door gejuich dat met hem de berg opklimt. Dit geluid wordt steeds luider. Nog een paar honderd meter en Peter Winnen komt bij ons voorbij, nog steeds alleen op kop! Twee dagen staan we hier nou en we denken niet meer. We kijken naar de massa die de doorgang voor de koploper dreigt te blokkeren. Net op tijd wijken de mensen voor Winnen. Daar is hij! Nog twintig meter. Nog tien. Nog vijf. En Peter Winnen weet zich jaren later nog precies te herinneren wat er gebeurde. Hij schrijft het op in zijn boek ‘Van Santander naar Santander.’ ,,Op ongeveer twee kilometer van de top belandde ik tussen een mensenmassa die hier en daar nog een smal paadje overliet. Steeds meer water kreeg ik over me heen gegooid. Dat was niet prettig meer (…). Steeds vaker holden idioten mee die in mijn oren begonnen te brullen.’’

Sorry Peter. Ik heb het daarna nooit meer gedaan. Echt nooit meer. En laten we hopen dat de fans vandaag hun verstand er wél bij houden, op onze Alp.