Wijkwinkel Den Bosch

‘Staat hij weer strak? Even in de gaten houden dan.’ Bij de wijkwinkels in Den Bosch kennen ze hun klanten. Een middagje meekijken bij een succesvol project.

 ‘Het is met de m. De m van Mustapha.’ Een goedlachse Marokkaanse man staat aan het loket van wijkwinkel De Klepel in de Bossche buurt De Hambaken. De man is een bekend gezicht. Hij komt vandaag voor een tegemoetkoming in de kosten van studieboeken voor zijn kinderen. Vrijwilliger Jasper Warringa belt met ‘Groningen’ om de aanvraag te regelen en verwart bijna een n met een m. De Marokkaanse man houdt het telefoontje scherp in de gaten en grijpt in.
Het is de maandag na de herfstvakantie. In De Klepel gaat het er ontspannen aan toe. De vrijwilligers die er werken, kennen elkaar al langer. ‘Wat heb jij een dikke kop gekregen’, zegt de ene tegen de andere. ‘Je ziet er goed uit’, vult ze snel aan. Iedereen lacht.
Wijkwinkels, in Den Bosch zijn er acht, allemaal in aandachtswijken. Ze draaien op vrijwilligers uit de buurten. Volgens projectleider Thom Riksen van welzijnsonderneming Divers, is dat uniek voor Nederland. Hij zette soortgelijke winkels op in Roemenië en Litouwen, en in Vianen. Almelo werkt volgens hem inmiddels met hetzelfde concept.
Winkel is een beetje een groot woord voor een plek waar buurtbewoners op doordeweekse dagen met vragen terecht kunnen. Een loketje in een gebouw, aparte ruimtes voor privé-gesprekken, een kantoor. Buurtbewoners komen er voor hulp bij belastingaangifte, kinderopvang, inburgering, schuldsanering, van alles en nog wat. De vrijwilligers hebben cursussen gevolgd om de soms weerbarstige materie zelf onder de knie te krijgen. Ze weten de weg in formulierenland. Een beroepskracht van Divers coördineert en ondersteunt.
Wijkwinkel De Klepel is ondergebracht in de Brede Bossche School (BBS) in de Hambaken. Het gebouw herbergt ook een basisschool, een buurthuis, een ontmoetingsruimte voor jongeren, de GGD houdt er spreekuur, net als ouderenadviseurs, maatschappelijk werk, opbouwwerk en het bureau sociale raadslieden. De BBS is een boei in de buurt. De computerruimte op de eerste verdieping is populair. Kickboksles in de gymzaal ook.
In 2007 namen Bossche burgers 12.539 keer contact op met een wijkwinkel, middels een bezoekje, een telefoontje of een mail.
Vanmiddag is het niet erg druk in De Klepel. Het gesprek tussen vrijwilligers gaat over het laatste nieuws uit de buurt. Vandalen hebben een dag eerder de afwatering van een bouwproject naast de deur onklaar gemaakt, de hele straat stond blank. De bus is ook weer eens bekogeld. En er waren straatraces op de asfaltweg waaraan de school is gelegen. ‘De gemeente heeft sluisjes aangelegd op de weg om het verkeer af te remmen, maar daardoor is het juist spannend geworden om te gaan racen’, zegt Elske van de Donk, de beroepskracht van Divers.
De Hambaken is geen doorsnee buurt in Den Bosch. Van de ongeveer 5000 gezinnen die er wonen, komt 41 procent niet uit Nederland. Iran, Irak, ex-Joegoslavië, Afghanistan, Suriname en de Antillen, Soedan, Vietnam, China, noem maar op. In de wijkwinkel is de voertaal Nederlands. Eén man tot nu toe weigert de vrouwen die er als vrijwilliger werken een hand te geven. ‘Geen probleem’, vindt vrijwilligster Els Oostindjer. ‘Hij heeft het mij uitgelegd en we gaan met wederzijds respect met elkaar om.’
Al zestien jaar bestaan de wijkwinkels. De eerste stond ook in De Hambaken, en vrijwilligster Marjo Kreemers was betrokken bij de oprichting ervan. Het begon eenvoudig. De toenmalige buurtcomités haalden geregeld oud papier op, en dan kwamen mensen uit de buurt naar buiten met vragen. ‘Ik heb een brief van de gemeente gekregen, maar ik snap er niks van. Kunnen jullie niet even helpen?’
De vragen bleven komen, de behoefte aan een wijkinformatiepunt tekende zich spontaan af. In een barak kwam dat punt er. Later verhuisde het naar een woonhuis, sinds vijf jaar is het gevestigd in de BBS. ‘De meeste vragen gaan inmiddels over inkomen, over geld’, vertelt Marjo Kreemers. ‘Mensen met schulden vullen vaak het ene gat met het andere. Sommigen kunnen moeilijk hun administratie op orde houden. Daar hebben we nu een project voor, Orde op Zaken heet dat. We leren mensen hoe ze hun administratie in een klapper kunnen opbergen.’
Els Oostindjer, veertien jaar ervaring als vrijwilligster, vult aan. ‘Ze komen soms letterlijk met een volle vuilniszak hier naartoe. Daar zit hun administratie in, met veel ongeopende brieven.’
Veel ongeopende brieven, en ook veel ongehoorde verhalen. Van een simpele praktische vraag naar het vertellen naar een heel levensverhaal, is soms een kleine stap in de wijkwinkel. ‘Het vertrouwen in ons is door de jaren gegroeid’, weet Marjo Kreemers.
‘We proberen de druk bij bezoekers weg te nemen. Een tijdje geleden was hier een mevrouw die een heel weekend niet had geslapen omdat ze een belastingbrief had gekregen waar ze niks van snapte. Dan gaan we eerst rustig zitten met een kop thee of koffie’, schetst Elske van de Donk. Rustig zitten, goed luisteren en waar nodig doorverwijzen. Voordeel is dat De Klepel niet is gehouden aan ‘targets’, ‘omzet’, ‘productie.’ ‘Vrijwilligers hebben alle tijd en dat maakt de drempel om ons te benaderen laag.’
‘Er speelt veel achter de voordeuren. Een vrouw die thuis werd mishandeld, kreeg via ons hulp van maatschappelijk werk. Dienstverlening wordt dan hulpverlening, maar die hulp verlenen wij niet’, zegt Kreemers.
‘De formulierenmaatschappij’ brengt de meeste bezoekers naar de wijkwinkel, vertelt Els Oostindjer. ‘De belastingdienst zegt dat ze het makkelijker kan maken, maar als je ziet welke formuleringen er soms in brieven van de instanties staan…’ Komt nog bij dat sommige bewoners van de Hambaken nauwelijks kunnen lezen. Of helemaal niet. Geduld is dan nodig om samen met de bezoeker tot een oplossing te komen. ‘We leggen alles net zo lang uit totdat iemand het verhaal aan ons terugvertelt. Dan weten we dat hij het snapt.’
Geduld, de man die nu binnenkomt heeft er ogenschijnlijk niet veel van. Energiek geeft hij aan waar hij voor komt. Het spreekuur van de sociale raadslieden. De man was hier al eerder. Hij moet nu wachten. Elske van de Donk kent hem. De man staat strak, in haar woorden. ‘Even in de gaten houden.’
Jasper Warringa formuleert ondertussen tien stellingen voor bezoekers van de inloopavond van de BBS, later in de week. De wijkwinkel grijpt deze mogelijkheid aan om nieuwe bezoekers naar de wijkwinkel te trekken en om uitleg te geven. Stelling één: ‘Bij De Klepel kun je van je schulden af komen.’ Bezoekers mogen reageren: ja of nee.
Warringa is een van de vrijwilligers die niet lang zullen blijven in De Klepel. Hij is op zoek
naar een nieuwe baan en ziet het werk in de winkel als een tijdelijke overbrugging. Het verloop onder de vrijwilligers is een nadeel. ‘Gelukkig hebben we een vaste kern die hier al jaren werkt’, zegt Van de Donk.
Die vaste kern komt van pas bij de naderende uitbreiding van de taken van wijkwinkels. In 2009 krijgen om te beginnen twee winkels een WMO-loket erbij. Vrijwilligers hebben daarvoor inmiddels een opleiding gehad. Ze kunnen buurtbewoners helpen bij het digitaal zoeken van informatie over allerlei voorzieningen en regelingen in Den Bosch.
De gespannen man in de wachtruimte voor het spreekuur van de sociale raadslieden komt voor iets anders, maar hij houdt het rustig en laat de tijd zijn werk doen. Beroepskracht Elske van de Donk zit op een strategisch punt, met overzicht. Ze lacht als een oudere man voorbij komt die tegen het raam tikt en zwaait. ‘Dat doet hij elke dag wel een keer of twee. We hebben hem in het verleden geholpen.’

Uit Zorg en Welzijn