De Goede week van de broederschap

Semana Santa – de Goede Week – brengt de mens niet alleen dichter bij God maar ook bij zichzelf, zo is de achterliggende gedachte. Het is in het zuiden van Spanje dan ook hét processiefeest van het voorjaar. En zeker zo belangrijk is de meer profane kant van het religieuze spektakel: er wordt ook stevig gedronken.

„Godsdienstige motieven? Ik zou ’t eigenlijk niet weten. Al toen ik klein was vond ik het gewoon allemaal mooi, net zoiets als het voetballen. En ik heb me erin gestort enzo, maar of ik nou zo godsdienstig ben... ik geloof natuurlijk hé, maar vaya, ik ben niet zo’n fanatiekeling die elke dag bidt.”

De drager is nog nuchter. Deze Goede Week zal hij weer door de straten van de Andalusische steden en dorpen lopen, onder de Maagd van O., de Christus in Banden, de allerheiligste Maria van Smarten, de Christus met de Doornenkroon, de allerheiligste Maagd van de Trinidad. Dat wil zeggen, Christus en Maria staan op balken, omgeven door bloemen, pracht en praal. De balken rusten op de schouders van de dragers, de costaleros. Soms zijn er meer dan honderd costaleros nodig voor één Christus of Maria, zo zwaar is dan de last.

„Al vele jaren begeleiden mijn gezin en ik in optocht en processie de allerheiligste Christus in zijn doodsstrijd en de allerheiligste Maria van Smarten door de straten van Málaga. Tijdens de processie peins je over Christus’ zwoegen op aarde en leer je de raadsels begrijpen die in de dagelijkse stress duister blijven. Ooit hoop ik nog eens mijn Vader te mogen begeleiden onder de draagbalken van de Christus, want Hij heeft vele jaren lang op zijn schouders de vergissingen getorst die wij hebben begaan.”

Zo stond het in een ingezonden brief in de krant van Málaga. Toch zijn de Spaanse bisschoppen er niet gerust op. Zij wijzen al tijden op de ontkerstening in het land. Maar in Andalusía – klemtoon op i – in Andalucía, is daar deze Goede Week niet veel van te merken. Alleen in Málaga al zijn er zeventig broederschappen met honderden leden die met de prachtigste beelden uit hun eigen kerk over straat gaan lopen. De hele week door, tot diep in de nacht, trekken de processies strak op schema langs de tribunes. Er zijn mensen die daar dagenlang zitten, op die kale houten planken.

De capirotes maken angstig. Puntmutsen van een meter. Een vergelijking met de Ku Klux Klan is onontkoombaar, maar ook loos. Klanleden zijn in hun rassenhaat uitzinnig, de capirote brengt tot inkeer. Hoe dat werkt? Nou, um, het is lastig lopen met zo’n muts, het ding moet ook rechtop blijven staan, dat vereist concentratie en beheersing. Het kan ook aardig benauwend zijn; die kleine kijkgaten, je ziet niet waar je voeten gaan, waar zijn we nu gebleven? Iemand zegt: „Wat je voelt in zo’n capirote tijdens zo’n lange tocht? Voor mij was dat een heel gevarieerde, interessante en sterke ervaring. Je hebt je gezicht bedekt en dan word je een beetje iemand anders, of een beetje minder jezelf.”

Calanda, een klein dorp, ligt op Goede Vrijdag onder de donder. Tamborrada. Vrijdagmiddag bij de eerste slag van twaalf uur begint dat, op het plein. Honderden tamboers zijn daar verzameld. Ze slaan door tot zaterdagmiddag zelfde tijd, bijna zonder ophouden, tot bloedens toe. In groepen trekken de trommelaars door het dorp,

Zo gaat het ook in Hijar, Alcaniz, Baeña of Hellin. De muren van de huizen trillen mee, de maag raakt van slag, in de war van de ruziënde ritmes. Als twee groepen elkaar kruisen, blijven ze tegenover elkaar staan en slaan ze om het hardst. Dat kan meer dan een uur duren. De zwakste groep sluit zich uiteindelijk aan bij de sterkste. Geradbraakte schouders, onzekere tred, bebloede handen, de Semana Santa doet zeer. Pijn die nergens en nooit zo voelbaar is, misschien, als in de saeta; de flamenco­klaagzang door merg en been, alle smart samengebald in uithalen van soms wel een minuut. De saeta daalt neer op de processie vanuit een slaapkamerraam, vanaf een balkon, een tribune. Een spontane opwelling die tot tranen toe roert. In de Semana Santa komt een mens een stap verder. ‘Dichter bij zichzelf’ heet dat in eenvoudige diepzinnigheid. Er vallen veel lyrische zinnen over te bedenken. ‘De ontsluiering van het mysterie lijkt bij wijlen binnen handbereik, dan weer mijlenver weg. Onalledaagse gedachten en gevoelens komen aan de oppervlakte. Nader tot God, nader tot U.’ Zoiets.

Maar één ding niet uit het oog verliezen: De Semana Santa is ook het feest van de lente. Vermoeide costaleros laten hun Christus of hun Maagd gerust even voor wat het is om in een bar een broodje te eten en een sigaret te roken. Er wordt goed gedronken in de Semana Santa. En de hoeren hebben het lekker druk.

Bronnen: Jacques Meerman – ‘Semana Santa’
Luis Buñuel – ‘Mijn laatste snik’