Malcolm Elliott trapt door

Malcolm Elliott, dat was toch die Britse sprinter van vroeger, jaren tachtig? Mis, Malcolm Elliott is die Britse sprinter van nu. Op zijn 48ste reed hij de Tour of Britain.

Het is 1987, de finale van de Amstel Gold Race. Vier man blijven over. Steven Rooks, Teun van Vliet, Joop Zoetemelk en die Brit die niet zo bekend is bij het grote publiek. Malcolm Elliott is zijn naam. De Nederlanders zijn beducht voor de man uit Sheffield. Zij kennen hem wel en weten dat hij snel is. Als dit kopgroepje over een kilometer of vijftien gaat sprinten om de zege, zijn ze verloren. Dan wint die onbekende renner Nederlands belangrijkste wielerwedstrijd.
Het is 2009. De Tour of Britain wordt verreden in de schaduw van de Vuelta a España. Onder rugnummer 43 gaat een oude bekende van start. Malcolm Elliott, 48 jaar, mengt zich vrijwel
elke etappe in de (massa)sprint, met een zevende plek als beste uitslag. Hoe kan dit?
Elliott neemt de tijd om een en ander toe te lichten, de avond na een van de meest heuvelachtige ritten. In de lobby van hotel The Moat House in Stoke on Trent laat hij de dag nog eens aan zich voorbij trekken. Op Waddington Fell, de steilste klim van de dag, zette hij voet aan de grond. Zijn ketting sloeg over en hup, daar stond hij. Met moeite kwam hij weer terug in het peloton. Bedaard spreekt hij erover met de mecanicien die tussen de bedrijven door komt informeren naar het euvel. De mekanieker zegt dat hij het na de rit van morgen zal verhelpen, de renner maakt zich niet druk. Vandaag werd hij bij de sprint in kustplaats Blackpool nog tiende. ‘Ik ben diep gegaan. Ik zit hier in de Tour of Britain aan mijn plafond. Dit is het hoogste niveau dat ik nog aankan’, zegt Elliott met een lach. Hij ziet er jonger uit dan hij op grond van zijn geboortedatum – 01 07 61 – moet zijn. Zijn tweede wielerleven bevalt hem.
Het eerste wielerleven van Malcolm Elliott bracht hem twee gouden medailles op de Commonwealth Games in 1982, in de wegrit en de ploegentijdrit. Een jaar later won hij zes ritten in de Milk Race, de Britse etappekoers voor amateurs, waarna zijn profloopbaan kon beginnen. Twee keer reed hij de Tour uit, twee keer de Vuelta. In de Spaanse ronde pakte hij drie etappes, en de puntentrui in 1988. Eliott reed in teams als Fagor, Teka, Seur en kleine Britse ploegen als Raleigh-Weinmann en ANC Halfords. Van 1993 tot en met 1997 woonde hij in de Verenigde Staten om daar te koersen voor Chevrolet-La-Sherrifs en het laatste jaar bij Comptel Colorado Cyclist. In 1997 stopte hij wegens betalingsproblemen bij Comptel. Oftewel; hij kreeg zijn geld niet.
Over dat soort perikelen vertelt Elliott al in het boek ‘Sprinter’, dat opmerkelijk genoeg al uitkwam in 1990, toen Elliott nog niet eens het eerste deel van zijn loopbaan had afgesloten. Bij ANC Halfords nam een flamboyante Brit, Tony Capper, het roer in handen om vervolgens tijdens de Tour de France van 1987 gewoon de benen te nemen. Nooit meer iets van gehoord. Aardig detail: Capper had een schuld uitstaan bij Jan Raas, die geen genoegen nam met het verdwijnen van de man en de carbon frames van ANC meenam bij wijze van vergoeding. Ook bij andere teams moest Elliott soms fluiten naar geld. Of, in de woorden van Elliott: ‘We had to sing for our salary.’
In het boek heeft Elliott het herhaaldelijk over de zware kanten van het wielrennen. Die hij tot 1997 leren kennen. Over afzien, de Tour waar maar geen einde aan lijkt te komen, de opofferingen. Na 1997 leefde hij enkele jaren ver weg van de fiets. ‘Ik heb drie jaar non stop feest gevierd. Dat had ik kennelijk nodig.’
Feest vieren was Elliott ook niet vreemd in zijn jonge jaren als wielrenner. Playboy was zijn bijnaam. Werd er ergens een grap uitgehaald, dan was de kans groot dat Elliott erbij betrokken was. Even ploeggenoot Sean Yates in een lift uitkleden en dan die lift naar beneden sturen met alle kleren er in. Zoek het maar uit Yatesy. Of een biertje of twee, vier, zes na een wedstrijd, moest ook kunnen. ‘Ik heb nooit geloofd in een leven als monnik.’ Dat kwam Elliott op kritiek te staan, met name van Stephen Roche, met wie hij bij Fagor reed. Roche vond dat zijn Britse collega meer uit zijn loopbaan kon halen als hij harder werkte. Elliott zelf denkt er nu ook zo over, maar zonder spijt.
In 2001 kwam de kentering, na Elliots huwelijk met zijn vrouw Claire. Met haar heeft hij inmiddels twee dochters, Evie en Ruby. Hij werd rustiger en rijper. In juli 2002 sprak hij een keer met Phil Griffith, zijn vroegere manager bij ANC Halfords, over deelname aan de Grand Fondo Pinarello in Treviso. Italië. Griffith is importeur van Pinarello in Engeland, vandaar. Die Grand Fondo, een toertocht over hoge bergen, leek Elliott wel wat. Hij trainde een week, deed mee, en bracht het er goed van af. Vervolgens lag hij opnieuw zes maanden stil, maar begin 2003 stapte hij toch weer op. ‘Ik voelde de drang om weer te gaan fietsen en trainde elke dag. Na een tijdje voelde ik dat ik het niveau van de Britse wedstrijden weer aankon.’
Zo belandde Elliott in 2003 voor de tweede keer in het wedstrijdcircuit. ‘Ik houd van het leven van een wielrenner, het reizen, het trainen, het ontmoeten van mensen uit de wielerwereld. En ik heb het geloof dat ik het nog steeds kan. Voor de rest probeer ik het niet te veel te analyseren.’
In zijn tweede wielerleven pakt Elliott de zaken wat serieuzer aan dan in zijn eerste. ‘Als ik terugkijk op mijn jonge jaren, doe ik dat met het plezier waarmee je denkt aan je jeugd. Ik was vroeger niet rijp genoeg om er uit te halen wat er in zat. Had ik vroeger maar het hoofd gehad dat ik nu heb. In de Tour of Ireland had ik het daar met Lance Armstrong nog over. Hij had zijn ziekte nodig om tot een andere benadering te komen.’
Onderdeel van Elliotts nieuwe aanpak is het trainen met gewichten. De spieren die hij kwijtraakte tijdens zijn ‘groot verlof’ moesten weer terugkomen. ‘Ik ben nu op een bijna religieuze manier met gewichten in de weer. Er zal vast een keer een moment komen dat dat niet meer werkt, maar zo lang het nog wel gaat, blijf ik het doen’, geeft Elliott aan.
In de Britse wedstrijden leveren zijn spieren in elk geval nog voldoende wattages. Ze zijn ook nog sterk genoeg om tussendoor even wereldkampioen bij de masters te worden in het Oostenrijkse Sankt Johann, in 2005. En zijn ervaring helpt ook. ‘De aankomst van morgen, hier in in Stoke on Trent, ken ik precies. Dat maakt het gemakkelijker. Als je weet wat er komt, kun je de pijn gemakkelijker ontkennen, omdat je dan ook weet wanneer die is afgelopen.’
Ervaring leert Elliott verder dat er iets is veranderd aan de omgangsvormen binnen het peloton. ‘Staat er een geparkeerde wagen op het parkoers, dan ben ik zowat de enige die nog roept om collega’s te waarschuwen. En je maakt steeds vaker mee dat renners langs het kantje naar voren proberen te rijden en je dan zowat van je fiets af rijden. Waar willen ze heen, denk ik dan. Nederlanders zijn daar trouwens erg goed in.’
Het waren ook Nederlanders die hem in 1987 beletten de Amstel Gold Race te winnen. Van Vliet, Rooks en Zoetemelk wilden niet met hem naar de meet. Zo’n onbekende Brit op de erelijst van Gold Race, dat leek ze niks. ‘Dat klinkt als een samenzwering tegen mij, en dat was het ook. Maar dat is iets wat ik accepteer. Ik zou in Engeland hetzelfde hebben gedaan om een buitenlander niet te laten winnen.’
En er speelde nog iets in die Gold Race. ‘Rooks had Van Vliet een gunst verleend in Gent-Wevelgem dat jaar, gewonnen door Van Vliet. Rooks wilde nu een tegenprestatie, maar Van Vliet vond dat de Amstel Gold Race en Gent-Wevelgem niet met elkaar te vergelijken zijn.’
Zo kon het dat Zoetemelk in zijn eentje wegreed en zijn twee landgenoten niet reageerden. ‘Later heb ik het er met Phil Griffith nog over gehad, mijn ploegleider van toen en van nu bij Candi TV/Marshalls Pasta. Hij zei: Als ik toen in de ploegleiderswagen had gezeten, had jij die wedstrijd gewonnen. Dan had ik iedereen in de kopgroep net zo veel geld geboden, tot het geregeld was. Voor mij hoeft dat niet. Zo’n overwinning betekent niet veel.’
Dan heeft Elliott meer plezier in de zege van zin zijn ploeggenoot Russell Downing in de Tour of Ireland dit jaar. Downing, die volgend jaar bij het nieuwe Britse Team Sky uitkomt, heeft een soortgelijk parkoers als Elliott achter de rug, met hier en daar een slecht team als werkgever. ‘Toen hij won in Ierland, was ik overweldigd door emoties. Ik gunde het hem. Zulke dagen maken het fietsen nog steeds geweldig.’

Uit Wielerrevue oktober 2009