DAF-reünie omvat veel verhalen

Kijk, daar komt Roger DeVlaeminck aan. Hee, is dat Willy Voet? Ha, José DeCauwer is ook binnen. En Hennie Stamsnijder. En Hennie Kuiper. Adri van der Poel heeft gebeld dat hij onderweg is. En wie is toch dat mannetje met die vriendelijke scherpe blik?

Het is een select gezelschap, bijeen op een zaterdagmiddag in het DAF-museum in Eindhoven. Vier jaar profwielrennerij houdt een reünie. DAF, begonnen als sponsor in 1979, ermee opgehouden in 1982. DAF Trucks - Aïda, DAF Trucks - Lejeune en twee jaar gewoon DAF Trucks. Zo heetten al die ploegen met al die kampioenen.

Hoe gaat zoiets, een reünie? Eerst is er het idee. Het was op een fietsclinic in Zuid-Limburg dat Adri van der Poel en Hennie Kuiper ‘tussen pot en pint’ op de gedachte kwamen dat het leuk zou zijn. Kuiper had nog goede ervaringen met de grootse reünie van TI Raleigh in 1995. Dus nog eens zoiets, maar dan bij DAF, ‘Kuip’ en ‘Poel’ werden meteen enthousiast. Als kopmannen zetten ze de lijn uit.

Marc Dierickx was er ook bij, die middag in Limburg. Dierickx, de man die duizenden kilometers trainde met Adri van der  Poel als die weer eens een rondje Zeeland wilde trappen van boven de tweehonderd kilometer. Marc Dierickx reed ook bij DAF, als trouwe knecht. Als trouwe knecht nam hij ook nu weer het werk op zich. Hij zou de reünie gaan regelen, samen met Marcel Laurens, een andere noeste werker bij DAF. En wat deden de mannen? Ze lieten het echte werk aan hun vrouwen, aan Monique Laurens en Rosane Dierickx.

En nu zijn ze er dus allemaal, in het museum, tussen klassieke oude voertuigen.

Willy van Doorne, de vroegere baas van DAF, is al bijna schor van het praten met de pers, maar in korte tijd zet hij het sponsorschap van DAF nog eens uiteen. Het ging erom dat de naam van de Nederlandse vrachtwagens de wereld over zou gaan, en dat het personeel van DAF op maandag met trots zou praten over de koers van de dag ervoor omdat er weer iemand van DAF had gewonnen. Dat lukte vrij goed. De sport en de commercie gingen aardig samen. Neem nou 1981. Dat jaar won DAF de wereldbeker voor ploegen. Dat kwam voor een deel door Hennie Kuiper. Kuiper had de Ronde van Vlaanderen dat jaar al te pakken. Hij moest de wereldbeker zeker stellen in de Ronde van Lombardije. Wat gebeurt er? Kuiper gaat toch winnen zeker in Lombardije. Op een zaterdag haalde DAF dus de wereldbeker binnen, en de volgende zondag stonden ze er al mee te pronken op een vrachtwagenbeurs in Verona. Op die zaterdagavond was de ploeg trouwens nog naar een disco geweest. Kuiper is nooit meer vergeten welk plaatje ze daar toen draaiden. ,,Let the sun shine.’’

Het zijn van die details die boven komen drijven op een reünie. Kent iemand nog dat verhaal van René Martens? Wat hij zei nadat hij de Ronde van Vlaanderen won, in 1982, in DAF-kleding? ,,Een bekende uitspraak was dat ik de Ronde had gewonnen op berkensap. Toen is iedereen dat gaan drinken.’’

Martens staat in een groepje bij Marcel Laurens en Guido van Calster. Van Calster gaat even naar buiten. ,,Ik ga een sigaret smoren.’’

Hennie Stamsnijder begroet Roger DeVlaeminck. ,,Hoe is het met de negertjes?’’

De Vlaeminck oefent met mannen van Zimbabwe op het veldrijden en is daar druk mee. ,,En ik heb een kleine, die wordt vijf. Het was voor mij echt een opoffering om naar deze reünie te komen.’’

Willy Voet moest er ook moeite voor doen. Verzorger Willy Voet? Die is toch helemaal uitgekotst door de wielerwereld, na zijn boek over dopingpraktijken bij de Festina-ploeg? Maar nee, hier loopt hij. Tweeduizend kilometer in de auto heeft hij er voor over. Voet woont in Zuid-Frankrijk en heeft een paar jaar moeten afkicken van de wielrennerij, maar toen hij werd uitgenodigd voor deze bijeenkomst, hoefde hij niet lang na te denken. ,,Je moet de zaken niet verwarren met vriendschap. Hier gaat het om vriendschap.’’

Vriendschap en hier en daar een beetje verscholen venijn. Luister naar het toespraakje van Hennie Kuiper. ,,Ja, Roger, dat had je niet gedacht hé, dat ik hier zou staan te praten. Vroeger toen ik nog stotterde, zei jij altijd: zég het dan, zég het dan!’’’

Kuiper zegt het. Hij haalt wat oude herinneringen op. Aan die ene keer dat ze met de DAF-ploeg zaten te rijden als gekken in een ploegentijdrit en dat René Martens toen in een bocht rechtdoor reed. ,,Geweldig’’ Of die ene keer dat DeVlaeminck zijn eigen ploeg naar huis reed, zo hard als hij toen ging.

DeVlaeminck en Kuiper worden samen voor de televisie geïnterviewd, als de twee grootste kleppers op deze samenkomst. DeVlaeminck zegt: ,,Hennie Kuiper was op zijn goede dagen misschien wel sterker dan Merckx.’’

Dat is aardig van Roger. Hij heeft het steeds beter naar zijn zin gekregen vanmiddag. De opoffering is hem van de schouders gevallen. DeVlaeminck zit lang te praten in een groepje apart, met Guy Nulens, tegenwoordig de manager van Tom Boonen.

Zo klitten er links en rechts wat groepjes bij elkaar. José de Cauwer en Adri van der Poel nemen het fotoboek door dat Hennie Kuiper heeft meegebracht. De Cauwer en ‘Poel’, dat gaat er geanimeerd aan toe. ,,Is dat Bugno,,, vraagt De Cauwer, wijzend op een foto.

‘Poel’: ,,Mutter!’’

Cauwer: ,,Mutter toeter!’’

Aan een tafeltje aan de zijkant van de zaal zit Gilbert Cattoir, mecanicien. Cattoir, de man die Hennie Kuiper aanduwde nadat hij daar in Parijs-Roubaix aan de kant van de weg had gestaan met die kapotte fiets. Cattoir, de man die er als eerste bij was toen Andrei Kivilev in 2003 dood neerviel in Parijs-Nice. ,,Ik zag meteen dat het gedaan was. Dat heeft me wel een ferme lap gegeven.’’

Cattoir is een van de weinigen hier aanwezig die nog steeds tussen de wielen zit. Hij trekt

vergelijkingen met vroeger. Vroeger was het beter. ,,Vroeger was een wielerploeg een familie. Nu weet je van de renners niet meer of ze komen of gaan. Kuiper was een vader voor iedereen. Ik was nog maar pas in de stiel, en die jongen kwam mij elke dag moraal geven. Zulke renners heb je niet meer. Van Roger heb ik het meest geleerd. Al wat hij zei, schreef ik op. De jonge gasten van tegenwoordig weten alles al. Ze proberen me te overschoefelen, maar dan doe ik direct mijn deur toe.’’

Het plakboek van Kuiper heeft intussen een nieuw groepje bewonderaars om zich heen verzameld. Eddy Schepers, René Martens, Marcel Laurens, Guido van Calster, ze bladeren en spuien commentaar.

Laurens: ,,Hebben wij de ronde van Italië gereden met DAF?’’

Van Calster: ,,Zo te zien wel.’’

Martens: ,,Hier, het criterium van Aalsmeer. Daar reden we door een tent, door de droge potgrond. Je werd zwart alsof je uit een koolmijn kwam.’’

Oude tijden herleven, zo heet dat dan. Hoeveel wielerverhalen liggen er opgeslagen in de geheugens van deze mensen, hier bijeen? Te veel om te vatten. Daar loopt Gerrie van Gerwen, kersvers manager van Zabel en Petacchi. Zie daar Peter Zijerveld, vandaag de dag bezig met sportstimulering en topsport bij de KNWU. Kijk, Dirk Nachtergaele, verzorger van Boonen en Museeuw, leerde het vak bij DAF. Het mannetje met de vriendelijke scherpe blik stelt zich voor als Gerhard Schönbacher. Droeg de rode lantaarn in de Tour van 1979 en 1980. Spreekt accentloos Vlaams. Besliste in een tel toen hij hoorde van de reünie. ,,Ik kom af.’’

De uren gaan snel voorbij. Er worden foto’s gemaakt, er is een buffet, de middag vliegt om. Wie wil kan een rondje maken door het museum van de sponsor. En wie naar huis gaat, krijgt een cadeau. Een truck van DAF, schaal één op vijftig.

Uit Wielerrevue december 2005