’Atleet moet onschuld bewijzen’

Dimitri Dedecker (30), Vlaams strafpleiter en oud-Belgisch kampioen judo, gaat er eens goed voor zitten. Dopingadvocaat wordt hij liever niet genoemd, dat wekt te veel de indruk dat hij betrapte sporters tot elke prijs zal verdedigen. Niettemin is hij betrokken bij een aantal in het oog lopende dopingaffaires. Dedecker staat Simon Vroemen bij waar het gaat om diens zaak rond een al dan niet verboden infuus, hij verdedigde de Nederlandse huisarts en dopingdeskundige Berend Nikkels tegen een aanklacht van de Belgische Wieler Federatie en is verbonden met de Belgische oud-wielerverzorger Jef d’Hondt die een boekje open deed over dopinggebruik in de inmiddels opgeheven Duitse wielerploeg van T-Mobile. Ook de Vlaamse oud-sprinter Erik Wijmeersch, die een boek liet verschijnen over zijn eigen dopinggebruik, kon rekenen op juridische bijstand van Dedecker.
Niet dat Dedecker al deze zaken doelbewust opzocht. Via zijn eigen sportverleden rolde hij in de sportrechtspraak en raakte hij ingevoerd. De rechtspositie van de atleet staat onder druk, betoogt hij. ‘De bewijslast ligt in dopingzaken bij de sporter. De sporter moet aantonen dat hij iets niet heeft gedaan. Dat is de omgekeerde wereld. Een betrapte atleet kan beter een goede arts of een team wetenschappers inschakelen dan een advocaat. Wetenschappers geven zelf aan dat dopingtests niet altijd waterdicht zijn. De Vlaamse triatleet Rutger Beke heeft met hulp van medewerkers van de Universiteit in Leuven aan kunnen tonen dat de epo-test niet sluitend is. Maar op basis van die test worden nog wel altijd schorsingen uitgesproken van twee jaar. Op een topsportcarrière van laten we zeggen tien jaar, is dat erg lang. Met dergelijke zware straffen zou het goed zijn als aanklagers zekerder waren van hun zaak. En in beroep gaan, is niet goed mogelijk.’
De wegens doping veroordeelde topsporter die het hogerop zoekt, komt terecht bij het Tribunal Arbitral du Sport in Lausanne, het TAS. ‘De drempel om naar het TAS te gaan, is ontzettend hoog. Het kost enorm veel geld. Niet alle atleten zijn voetbal- of wielermiljonairs. Daar komt bij dat de procedure bij het TAS in het Frans is. Een atleet heeft recht op bijstand van een tolk. Maar ik heb in een zaak met de Belgische wielrenner Andy Capelle meegemaakt dat er geen tolk was. De vertegenwoordigers van de Belgische wielerbond – die Capelle aanklaagden – hebben toen zijn argumenten voor de rechter vertaald. Dat druist in tegen elk gevoel van billijkheid.’
Rond het biologisch paspoort, dat vorig jaar zijn intrede deed in het wielrennen en ook in andere sporten gemeengoed wordt, ziet Dedecker andere juridische voetangels. Het paspoort, een nauwkeurige registratie van de bloedwaarden van een atleet gedurende het hele jaar, kan leiden tot de verdenking van dopinggebruik. Als de waarden te veel gaan schommelen kan er iets aan de hand zijn. ‘Bij een gewone strafrechtbank hoef je met dit soort afgeleid bewijs geen zaak te beginnen, in de sport kan het wel. De sporter heeft niet dezelfde waarborgen als verdachten in het gewone rechtssysteem’, voert Dedecker aan. Hij wijst op hiaten in de procesgang.
Het gebrek aan openbaarheid in de sportrechtspraak doet ook afbreuk aan de rechten van de verdachte sporter. Tuchtzaken van sportbonden tegen atleten worden achter gesloten deuren behandeld. ‘Dat is in strijd met het Europees Verdrag over de Rechten van de Mens.’
In de procedures die de Belgische Wieler bond BWB aanspande tegen de Nederlandse huisarts Berend Nikkels, boekte Dedecker begin dit jaar succes. De BWB klaagde Nikkels onder meer aan bij het Medisch Tuchtcollege in Eindhoven nadat hij had beweerd dat in het Vlaamse veldrijden dopinggebruik schering en inslag was. De klacht werd niet-ontvankelijk verklaard omdat de bond niet direct partij is in de zaak. ‘Je kunt moeilijk zeggen dat Nikkels niet weet waar hij over praat, maar de bond wil hem toch laten vervolgen. Het is schieten op de boodschapper.’
Ondertussen merkt Dedecker dat het klimaat steeds onaangenamer wordt voor sporters die met doping in verband worden gebracht. ‘Ze hebben de tijdgeest niet mee, er heerst geen sereen klimaat rond doping en de rechter houdt rekening met de publieke opinie.’

Reacties: info@elshout.nu

terug verder