‘Geef UCI de credits’

Pat McQuaid, voorzitter van de Union Cycliste International, heeft net een half uur op de wielerbaan gefietst die deel uitmaakt van het UCI-hoofdkwartier in het Zwiterse Aigle. Met frisse tegenzin beantwoordt hij vragen over doping. ‘Ik houd niet van dat onderwerp. De media leggen er te veel nadruk op. Dat is niet nodig, want de grote meerderheid van het peloton is schoon. Er heerst nu een andere cultuur in het peloton dan in de jaren tachtig en negentig. Jonge renners begrijpen het gevaar waaraan de sport wordt blootgesteld als ze doping gebruiken. Hoewel Bernard Kohl daar weer een uitzondering op is.’

Wat te denken van Berend Nikkels, de Nederlandse huisarts die zegt dat Nederlandse topcoureurs epo gebruiken en dat hij ze daarbij medisch advies geeft?
‘Zeg maar tegen hem dat hij zijn informatie met ons moet delen, dan kunnen we die renners aanpakken.’

Wat dacht u toen de dopinggevallen in de laatste Tour bekend werden?
‘Ik was boos en geschokt. Maar in tweede instantie zag ik de goede kant ervan. Riccardo Riccò en Kohl gebruikten cera, een middel waarvan hun handlangers zeiden dat het niet opspoorbaar was. De rest van het peloton weet nu dat ze zoiets nooit moeten geloven.’

Riccò gebruikte het middel ook al in de Giro d’Italia. Hij is daar niet betrapt, ondanks de invoering door de UCI dit jaar van het biologisch paspoort, waarin de bloedwaarden van renners het hele jaar door worden geregistreerd.
‘Bij de Giro, in mei, hadden we Riccò of anderen niet kunnen verdenken. Dat komt doordat we pas in januari zijn begonnen. Bij het bloedpaspoort gaat het om metingen over een langere periode en waarden die afwijken van eerdere uitslagen. Volgend jaar kunnen we wel in juni zeggen of er iets met een renner aan de hand is. Het is nu belangrijk dat we juridisch voor honderd procent zeker zijn als we een rechtszaak tegen een renner beginnen. Als we de eerste zaken verliezen, is het hele systeem ondermijnd. De zaken die we nu voorbereiden tegen verdachte renners, worden de eerste zonder dat we weten wat de sporter heeft gebruikt en zonder dat hij positief is getest. We zeggen niet: hij heeft epo of amfetaminen gebruikt. Het enige dat we weten is dat hij zijn bloed heeft gemanipuleerd. Maar we weten niet met wat, want het biopaspoort laat dat niet zien. We werken dus met indirect bewijs en moeten ook juridisch heel grondig te werk gaan, daarom hebben we eerder geen snelle beslissingen genomen.’

Wetenschappers als de Nederlander Klaas Faber denken dat het paspoort gemakkelijk te omzeilen is door bloedwaarden te manipuleren.
‘Wij hebben acht wetenschappers die aan het paspoort werken, en zij denken van niet. Mijn idee is dat het paspoort solide zal blijken te zijn als het tot een rechtszaak komt.’

De Italiaanse rennersbond vroeg u onlangs levenslange straffen in te voeren voor dopingzondaars. Ën?
‘Ik vond dat in de eerste plaats amusant. Ik vroeg me af of ze het meenden, of dat ze een politiek statement wilden maken. Dezelfde groep Italianen vindt dat er strafvermindering moet komen voor renners die aan dopingonderzoeken meewerken. Persoonlijk ben ik voor levenslange uitsluiting. Wie zich nu nog met doping inlaat, besluit bewust om te frauderen ten koste van collega’s en de sport. Maar we hebben ons te houden aan de richtlijnen van het Wereld Antidopingagentschap WADA. Met ingang van januari 2009 hebben we de mogelijkheid om in sommige gevallen tot vier jaar schorsing te gaan, in plaats van de twee jaar die er nu voor staan.’

Wat vindt u van de terugkeer van Lance Armstrong, die met name door de Fransen en de Britse auteur David Walsh van dopinggebruik in het verleden  wordt beticht?
‘Wat mij betreft heeft Armstrong elk recht om aan wedstrijden mee te doen. Hij is nooit positief gecontroleerd. Dat moet je accepteren. De Fransen hebben hem beschuldigd van epo-gebruik in de Tour van 1999, maar ze zijn daarbij buiten hun boekje gegaan. Ze hebben oude urinemonsters getest en de resultaten laten uitlekken naar de pers. Dat is in strijd met alle procedures. En Armstrong heeft de Tour niet alleen in 1999 gewonnen, maar ook in al die andere jaren. Er is sindsdien geen sprake geweest van een nieuw middel dat hij als enige gehad zou kunnen hebben en dat nog niet opspoorbaar was.Armstrong wordt in de hele wereld gerespecteerd, met als uitzondering het eiland Frankrijk. Sommige invloedrijke Franse individuen mogen Armstrong persoonlijk niet en de manier waarop hij de Tour steeds won ook niet. Maar zijn comeback is goed. Hij is een global figure, een ambassadeur voor de sport en voor de strijd tegen kanker.’

Armstrong financierde in het verleden voor de UCI apparatuur om bloedtests mee uit te voeren. Daarmee laadt de UCI de verdenking van omkoopbaarheid op zich.
‘Ik aanvaard die beschuldiging niet. De UCI heeft nooit iets anders gedaan dan doping bestrijden op de sterkst mogelijke manier.’

Pierre Bordry, topman van het Franse antidopingagentschap dat dit jaar de controle tijdens de Tour uitvoerde, zegt dat hij meer fraudeurs betrapt dan de UCI. Hij suggereert dat de UCI renners de hand boven het hoofd houdt.
‘Rubbish! Het klopt niet. Als wij de tests in de Tour van 2008 hadden gedaan, hadden wij dezelfde jongens gepakt. Bordry geeft misleidende informatie.’

U zou niet willen meewerken aan het hertesten van bloed- en urinemonsters uit het verleden.
‘Dat is een misverstand, dat wil ik wel. We zijn nu bezig met het gericht hertesten van enkele renners uit de Giro en de Ronde van Portugal van dit jaar. In plaats van al die kritiek, zou de UCI credits moeten krijgen voor zijn antidopingprogramma. We hebben alleen dit jaar al achtduizend tests uitgevoerd.’

Toch laten  veel ouders hun kinderen niet graag wielrennen, vandaag de dag.
‘Dat weet ik, het imago van de sport is niet goed. Maar ik vond het prima dat mijn zoons gingen wielrennen, David in Italië en Andrew in België. Ze vertelden me de dopingverhalen die ze hoorden, maar hadden zelf geen enkele moeite met het kiezen van de juiste richting.’

Reacties: info@elshout.nu

terug verder