‘Ik ben niet de enige’

Oud-wielrenner Marc Lotz werd vorige week vrijdag veroordeeld tot een boete van 8250 euro wegen het bezit van epo. ‘Mensen die denken dat ik de enige ben, hebben geen kranten gelezen.’

Oneerbiedig gezegd, een kleine vis, Marc Lotz (34). Een kleine vis in een vijver vol spartelende profwielrenners met een dopingsmet. Stefan Schumacher, Leonardo Piepoli, Riccardo Riccó, Michael Rasmussen, Jan Ullrich, Ivan Basso, Roberto Heras, Tyler Hamilton, allemaal winnaars van etappes in de Tour de France, allemaal betrapt of zwaar in opspraak. Ullrich won zelfs het eindklassement van de Tour en Heras van de Ronde van Spanje, drie keer. En hoe zit het precies met zevenvoudig Tourwinnaar Lance Armstrong? Rond Armstrong blijft het gonzen van de steekhoudende verdachtmakingen. Dat stadium is Marc Lotz voorbij. Hij wordt niet meer verdacht, hij heeft bekend en is veroordeeld. Speurders van de Belgische politie vonden in 2005 epo in de koelkast van zijn flat in Smeermaas, net over de grens bij Maastricht. Lotz had ze zelf verteld waar het spul lag.
Het verhaal van Marc Lotz de beroepswielrenner begint in 1997 bij het TVM van ploegleider Cees Priem. Een jaar later verkast Limburger Lotz naar de Rabobank-ploeg, om daar tot en met 2004 te blijven fietsen. Lotz blijkt al snel een betrouwbare goede helper. Hij werkt in de schaduw voor kopmannen als Erik Dekker en Michael Boogerd. In de Tour de France van 2004 lijkt een doorbraak op komst. Drie keer weet Lotz zich een kopgroep binnen te fietsen die standhoudt tot de meet, maar drie keer wint hij niet. Toch begint de ambitie steeds meer te kriebelen.
Lotz stapt over naar het Belgische Quick Step en krijgt daar in 2005 de kans wat meer voor een eigen zege te rijden. ‘Ik was onder de druk uit van Erik Dekker en Boogerd.’
In het voorjaar van 2005 wordt Lotz tweede in de Brabantse Pijl. In de Amstel Gold Race fietst hij dertig kilometer voor de finish nog in een kopgroep met goede vooruitzichten, maar deze keer mag hij niet doorrijden omdat zijn kopman Paolo Bettini zelf wil proberen te winnen. Wat niet lukt, maar Lotz is er de man niet naar om stampei te maken in zo’n situatie. ‘Lotsie’ schikt zich met gemak en maakt zich na een goed voorseizoen op voor de Tour de France van 2005. Daar gaat het mis.
Alsof het de bandenspanning betreft, of het aantal trainingskilometers, zo gemakkelijk praten wielrenners over hun hematocrietwaarde. Hiermee wordt het percentage rode bloedcellen in het bloed uitgedrukt. Hoe hoger dat is, hoe beter het zuurstoftransport in het lichaam, goed voor het presteren. Vijftig is de maximaal toegestane waarde voor een beroepswielrenner, Lotz hoort van zijn dokter in de aanloop naar de Tour dat hij blijft steken op 38. De renner besluit te doen wat wel meer renners hebben gedaan; epo kopen. Epo zorgt voor een vlotte stijging van de hematocrietwaarde.
Met zijn onderbuurman belandt Lotz in een apotheek in Aken waar hij zonder problemen epo kan krijgen. De onderbuurman staat in contact met een handelaar in anabolica, die ook eens een praatje met Lotz had gemaakt. ‘Hij wilde me van alles verkopen, groeihormoon, anabolica.’ Van die verboden spullen moest de renner niets hebben. ‘Ik was geïnformeerd, van anabolica blijf je vier maanden positief.’ Wel betrekt Lotz een keer een portie creatine, een toegestaan middel waaraan een spierversterkende werking wordt toegeschreven. Via die eenmalige deal belandt Lotz in het adresboekje van de handelaar. Zo komt zijn adres ook in handen van de Belgische politie, die het op deze R.P. heeft voorzien. En zo gebeurt het dat de politie in mei 2005 een inval doet in de flat van Lotz. De renner wordt meegenomen naar het bureau, waar een langdurig verhoor volgt. Hij gaat er van uit dat de dosis epo die in de koelkast ligt, bij de huiszoeking is aangetroffen door de politie en begint er zelf over. ‘Epo, dat weet je toch wel, dat heb je toch bij mij in de koelkast gevonden?’ Dat heeft de politie niet, dus terug naar de flat en ja hoor, daar ligt het nog. Lotz bekent dus en neemt ontslag.
‘Als ik mijn verstand had gebruikt, had ik mijn mond gehouden’, vertelt Lotz in zijn huidige appartement in Maastricht. Het is de dag voor de uitspraak in de rechtszaak tegen zijn onderbuurman, tegen handelaar R.P. en tegen Lotz. Dat is ook zo’n verhaal. Toen die zaak diende, ging Lotz er heen, naar de rechtbank in Tongeren. ‘Ik dacht dat ik alleen als getuige moest komen, maar ik bleek verdachte. Dat kwam als een donderslag bij heldere hemel.’
De officier eist zes maanden cel en 17.000 euro boete. De dag voor de uitspraak zit Lotz er redelijk rustig bij. Hij voelt zich niet schuldig. ‘Bij mij is het zo, als je me een pilletje voorlegt waarmee ik de Tour de France zou kunnen winnen, zou ik het wel doen. Mensen die me daarvoor veroordelen hebben de afgelopen jaren geen kranten gelezen. Ik ben niet de enige.’
De gerechtelijke uitspraak vorige week vrijdag viel niet mee maar ook niet tegen; 16.500 euro boete, waarvan de helft voorwaardelijk. Geen cel. Lotz gaat niet in hoger beroep. Hij gaat verder met zijn huidige werk als wiskundeleraar. Uitleg geven over exponentiële functies bij voorbeeld. ‘Dan leg ik uit hoe snel een mug zich kan vermenigvuldigen. Eerst heb je er twee, dan vier, en voor je het weet heb je een plaag.’

Reacties: info@elshout.nu

terug verder