Afro Reggae Band; hard en overtuigend

Het klinkt zo bekoorlijk: Jongeren uit een sloppenwijk in Rio de Janeiro maken muziek zodat ze tenminste niet meer het risico lopen bij het drugsgeweld in hun buurt betrokken te raken. Zo zijn de jongens en meisjes van de Afro Reggae Band uit achterbuurt Vigário Geral nu in Nederland. Ze zijn dus niet thuis aan het schieten of dealen, dat leven hebben ze verlaten. Schieten en dealen, dat doen anderen nu weer.

Het was in januari dat Hans van Vugt en Harrie Oostrom, de voltallige directie van Festival Mundial, kennis maakten met de Braziliaanse achterbuurt Vigário Geral. Ze wandelden door de wijk onder de beschermende begeleiding van Nederlanders Nanko van Buuren en Willem Augustijn. Van Buuren is directeur van IBISS, een organisatie die al meer dan tien jaar via allerlei projecten probeert arme Brazilianen zicht op een beter leven te verschaffen. Afro Reggae is een van die projecten. Augustijn heeft zich erbij aangesloten. Hij geeft muziekles, basgitaar vooral, en doet bescheiden over zijn muzikale achtergrond. Ja, hij heeft in Nederland wel bij wat bandjes gespeeld. Anouk, Q65, maar daar gaat het niet om. Augustijn leeft met het idee dat hij in Brazilië, in Vigário Geral, meer kan betekenen dan in Nederland.

Met datzelfde idee is Nanko van Buuren destijds in Brazilië begonnen. Hij heeft er van alles op poten gezet; een voetbalschool, projecten voor pindaverkopers, een circuscursus, gezondheidsprojecten, daadwerkelijk te veel om op te noemen.

In 1993 begonnen Van Buurens bemoeienissen met Vigário Geral; één van de zeshonderd sloppenwijken in Rio. In dat jaar viel de politie de wijk binnen. Drugshandelaren uit Vigário Geral hadden twee politiemensen doodgeschoten en dat moest gewroken. Er vielen veertig doden, want als de Braziliaanse politie een sloppenwijk binnenvalt is dat nooit voor de grap. Dan gaat het er keihard aan toe,. Net zo hard als wanneer de drugsbonzen in de wijken hun territorium of organisatie moeten verdedigen. Dan vallen er ook doden. Dan wordt er wel eens iemand levend verbrand of in stukken gehakt. Elk half uur wordt er in Rio een mens vermoord. Zo gaat dat daar.

In Vigário Geral is het geweld nooit echt geweken, want het geweld weet niet van wijken in Rio. Maar tijdens die wandeling in januari is er weinig van te merken. Het is een rustige ochtend. Van Buuren blijkt een geliefd weldoener. Veel mensen spreken hem aan, iedereen kent hem. Gemotiveerde vrouwen laten zien hoe ze de gezondheid van de bewoners in het oog houden. Een goedlachse onderwijzer toont trots het computerlokaal, opgezet met steun van IBISS. Een vrouw bedelt bij Van Buuren om een baantje. En de Afro Reggae Band is het gesprek van de dag. De muzikanten worden die avond ontvangen bij de burgemeester vanwege het vijfjarig bestaan. Frisse jongens op straat vertellen trots dat ze bij de band spelen of les krijgen om er later ook bij te kunnen horen. De wijk is begaan met Afro Reggae en Afro Reggae is belangrijk voor de wijk. Maar de volle winst, een eind aan het geweld, zit er niet in. De corrupte politie blijft schieten op de drugsjongens, de drugsjongens schieten op de politie en elkaar, en de ene dode leidt tot de andere. Het is nog niet anders.

Een groepje onvriendelijke mannen en jongens zit op straat. Van Buuren loopt zonder uitleg aan zijn gevolg liever een straatje om. De criminelen van de wijk houden hem in het oog. Van Buuren is niet bang. ,,Wij zijn de baas in de wijk’’, zegt hij glashard. ,,Wij hebben een betere organisatie en zijn populairder bij de bewoners.’’

Maar dat geweld dan? Wat als de dealers besluiten dat ze niet meer zo blij zijn met de aanwezigheid van de Nederlander en zijn projecten? Ze zijn toch niet zo flauw, die dealers? Nee, de dealers zijn niet flauw, maar Van Buuren, ongewapend, overleeft al langer dan vandaag in riskante situaties.

Dat geldt ook voor de zestien jongeren van de Afro Reggae Band. Ze zijn gehard, zaten vroeger in de levensgevaarlijke, verkeerde circuits, maar maken nu muziek. Keiharde muziek soms. Rap, funk, hip hop, met onvoorstelbaar veel energie en tempo. In Den Bosch en Tilburg lieten ze dat vorig jaar al horen. Bij hun optreden in Tilburg, in 013, grepen ze in toen een jongen de euvele moed had een snoepje op het podium te gooien. De dader werd door een paar dreigende Brazilianen het gebouw uitgejaagd.

De Afro Reggae Band maakt indruk. Dat bleek ook toen ze vorig jaar in Tilburg-Noord vertelden over hun leven. Dat het maar beter is muziek te maken dan vroeg te sterven als drugsman, zo luidde hun boodschap. Die boodschap werd overtuigend gebracht. De volgende dag leverden enkele jonge Tilburgse toehoorders spontaan hun wapens in bij de politie. Bekeerd.

Uit Brabants Dagblad Zomer 2000